Het is pas 10.25 en ik heb nu al geen zin meer om te werken. Het is namelijk dinsdag en dat betekent een nieuwe aflevering van alweer het tweede seizoen van Better Call Saul op Netflix. Ik ben verslaafd aan deze spinoff van Breaking Bad. Vanaf aflevering één ervaar ik deze serie als een warm bad waarbij tot dusver elke aflevering resulteert in een brede grijns op mijn smoel.
Dit komt enerzijds door het feest van herkenning aan Breaking Bad, onder andere bewerkstelligt door karakter Mike Ehrmantraut en het Hé-was-dat-niet-die-ene-van-?-drugsdealers en ander gajes uit de serie Breaking Bad. Anderzijds is het gewoon een surpriseparty om te zien hoe personages, die ik al redelijk dacht te kennen, tot de tragische gebeurtenissen in Breaking Bad zijn gekomen.
Maar ook zonder voorkennis is Better Call Saul een meesterwerk met eigen eigenaardigheden en absurde verhaallijnen. Saul (die blijkbaar Jimmy heet) zijn broer Chuck bijvoorbeeld, de antagonist van het spel, en zijn allergie voor elektromagnetische stralingen die hij zelf 'slechts' een condition noemt. Fascinerend vind ik dat. Hij is natuurlijk 'slechts' getikt, maar ook omdat zijn omgeving zijn condition serieus neemt, blijft het boeien. Bijvoorbeeld als zijn bezoek hun telefoon in de brievenbus moet achterlaten voor zijn villa betreed kan worden.
Maar centraal staat natuurlijk de tragische levensloop van Saul/Jimmy, die op de een of andere manier altijd zijn eigen glazen weet in te gooien. Door extreme sympathisering met zijn karakter begrijp je toch precies waarom hij doet wat hij doet en het niet anders had kunnen zijn. En dan heb je ook nog in je langetermijngeheugen gestald wat er over zes jaar staat te gebeuren.
Inmiddels is het 10:54. Dit wordt een lange dag...
Wil je dit artikel delen? Dat kan:
Reactie schrijven